Technasium to the rescue

Situatie

Het klimaat lijkt te veranderen en vormt de laatste tijd een terugkerend onderwerp in het nieuws. Het aantal piekbuien zal toenemen, waardoor de kans op wateroverlast groter wordt. Ook hebben we te maken met stijgende temperaturen en het Urban heat island effect oftewel het Hitte-eilandeffect. Dit alles heeft niet alleen invloed op de mens, maar ook op de natuur. De naaldbomen in het Amsterdams Bos hebben zwaar te lijden gehad van de droogte en warmte tijdens de afgelopen twee zomers. Vooral lariksen en fijnsparren zijn verzwakt en daarmee gevoelig voor virussen, schimmels en insectenplagen.

Opdracht

De boswachters vragen om een onderzoek voor het beschermen van de sparren in het historische Amsterdamse Bos. Een groot deel van het Bos is in de Engelse landschapsstijl ontworpen. Vanaf de heuvel zijn de kenmerken van deze landschapsstijl goed te herkennen. De Engelse landschapsstijl heeft een natuurlijke uitstraling: glooiende weiden, verspreide boomgroepen, bochtige watergangen en gekromde bos randen. Het eindresultaat is een adviesrapport om de sparren te behouden op de heuvel, rekening houdend met het veranderende klimaat. De beste ideeën zullen gepresenteerd worden aan de boswachters van het Amsterdamse Bos.

De fijnsparren in het Amsterdamse bos worden bedreigt door dat ze niet gezond zijn en daardoor gaan ze snel en makkelijk dood. Onze opdracht is om de bomen gezond te maken zodat ze niet dood gaan aan klimaat verandering of de letterzet kever.

Relevantie van het bedrijf:

Het bedrijf is de gemeente Amsterdam. De gemeente heeft de grond waar het Amsterdamse bos op geplant is.

Het gewenste eindresultaat:

Wij willen dat de bomen gezonder worden zodat de bomen minder snel of niet dood gaan aan de letterzet kever en het klimaat.

Doelopdracht A

Het grondwater in de Amsterdamse bos kan veel en snel veranderen. Als het bijvoorbeeld heeft geregend is het grondwater erg nat. Maar als het een tijdje niet heeft geregend kan het zo zijn dat de grond weer erg droog wordt. In 2006 was het grondsoort in het Amsterdamse bos veen/lichte klei. De plaagdieren zijn letterzetters, dat zijn kevers.

Deelopdracht B

Piekbuien: Heel plaatselijke bui en het zorgt voor veel regen op een kleine oppervlakte.

Hitte eiland effect: het effect waarbij het soms wel een paar graden warmer is in de stad dan in het bos.

Doordat de gebouwen meer grauwe/donkere kleuren hebben en daar tussen ook de straten bedekt zijn met asfalt dan absorberen de gebouwen en wegen het zonlicht en dan blijft er warmte hangen. Zo is het dus warmer in de stad van plaats in het bos met alle groene en lichte kleuren die het licht weer kaatsen.

In 1950 was er nog geen hitte eiland effect in het Amsterdamse bos, maar in de toekomst veranderde dat. Door klimaatverandering en het groeien van de bebouwing in het bos zien we het hitte eiland effect steeds meer. 

De letterzetter komt vooral voor op sparren, in het bijzonder op de fijnspar. De bomen in het gebied van ons project zijn ook fijnsparren.

De boom kan door harsvorming insecten weren, maar die is verzwakt door schade of droogte dan is dit niet meer voldoende en kan de boom al door enkele kevers gekoloniseerd worden. Het probleem hier is dus niet alleen de kevers, maar ook het klimaat.

De kevers zijn zelf ook prooien voor een ander beestje. Namelijk de specht.

Deelopdracht C

Het Amsterdamse bos heeft een kalkrijke klei grond. Je kan de letterzet kever bestrijden door de boom met de letterzet kever weg te halen en dat zorgt ervoor dat de kever niet kan verspreiden. De kever heeft ook natuurlijke vijanden en die kunnen ook helpen zoals: de specht, de boomklever en als de kever nog niet onder de schors zit ook de vleermuis. Het Amsterdamse bos heeft een gemiddelde hoogte grondwater van 40-80 centimeter en een gemiddelde laagste grondwater van 120 centimeter, maar in een extreem droge zomer kan de gemiddelde laagste grondwater verlagen naar 2 meter. De co2 concentratie in het Amsterdamse bos is 700 ppm (parts per million) wat best goed is want 400 ppm tot 1000 is goed hoger is slechter. Ppm betekent dat er 700 co2 deeltjes per 1 miljoen deeltjes in de lucht zitten.

Deelopdracht D

Bij opdracht D moest wij een temperatuur en luchtvochtigheidsmeter in het bos ophangen. Dat deden wij op een specifieke plek in het bos. Het hing drie dagen in een boom aan het Westelijke kant van de heuvel. Eerst hadden we een paar probleempjes met de data van de meting. Uiteindelijk konden we toch data krijgen en die in een notitie vastzetten, helaas is dat bestand te groot om in een Word Excel etc. te zetten. Dus hebben we het via een ‘’link’’ gedaan, als erop geklikt dan wordt het geopend en kan er goed afgelezen worden wat de precieze temperatuur en de luchtvochtigheid was. Aan de linker kolom is te zien het temperatuur in graden en aan de rechter kolom de luchtvochtigheid in procenten. De telling begint van onder naar boven, dus er moet helemaal naar beneden gescrold worden.    

Maak jouw eigen website met JouwWeb